Passie

Hoe mijn passie begon

Bijna iedereen die voor het eerst alpaca`s ziet, heeft gelijk een “oohhh wat schattig-ervaring”. Toen ik zelf voor het eerst een hal met zo’n 200 alpaca`s zag, was dit een overweldigend gevoel.

Na mijn eerste kennismaking ben ik op zoek gegaan naar kennis over deze bijzondere dieren. De alpaca behoort tot het ras der cameliden; net als de kameel en de lama. Alpaca’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, nl. uit het Andesgebergte in Chili en Peru. Vijf tot zes duizend jaar geleden zijn ze door de Inca’s gedomesticeerd; ze werden toen gehouden voor voedsel, kleding en warmte. Vanaf eind jaren 80 vorige eeuw hebben Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en de VS alpaca’s geïmporteerd o.a. als alternatief voor de schapenindustrie.

Er zijn twee soorten alpaca’s, de Huacaya en de Suri. De Huacaya heeft een korte en dichte wol, terwijl de Suri een soort van lange dreadlocks heeft. 

De alpaca is absoluut een kuddedier, een alpaca alleen in een wei zal het niet overleven. Een alpaca ziet er zeer knuffelig uit, maar is van nature niet dol op aanrakingen. Het dier is echter in korte tijd halstertam te maken, handig voor de dagelijkse omgang met het dier en nodig voor in de showring.

Als je dan eindelijk 11 Alpaca`s in je eigen wei hebt lopen, is het gevoel (bijna) niet te beschrijven. 

De eerste drie maanden waren enerverend. Zo was daar de allereerste geboorte op onze farm, werd er eentje behoorlijk ziek, en is er helaas door overdreven veiligheid (afrastering van draad) ook een verdronken.

Na deze turbulente eerste maanden, kwamen de rust en het genieten. De volgende twee geboortes verliepen probleemloos en er werd begonnen met de voorbeidingen voor shows, kennis gemaakt met de dierenarts, op zoek gegaan naar een voer- en hooileverancier, gezocht naar manier van de afvoer van mest;  kortom alles wat je als beginnende alpacafokker zoal tegenkomt.